Met bijdragen van L. Prietpraat en G. Zwets,
onder het toeziend oog van emeritus hoogleraar N. Sonderlingh, daarbij het andere oog stevig en steevast toeknijpend.
Kranig heb ik mij ook moeten houden bij het lezen van uw stuk, mijnheer Zwets. Het is mij volstrekt onduidelijk welke kant u met dit stuk wilt opgaan. Indien één van uw lezers dit wel heeft, houd ik mij zeer aanbevolen. Kranig moeten we ons allemaal wel eens houden, mijnheer Zwets, en zo’n ervaring zal deze vrouw alleen maar sterken. Ik herinner mij nu levendig de functioneringsgesprekken—en dat zijn er velen geweest, mijnheer Zwets—die ik tijdens mijn imposante loopbaan heb moeten houden. Ik kan u zeggen, mijnheer Zwets, dit is er niets bij. Als u met dit stuk de draak probeert te steken met de leidinggevende, dan slaat u de plak volledig mis. Ik adviseer u dan ook om eens een keer ráák te slaan.
Emmeritus hoogleraar N. Sonderlingh

P.S. dat u zich hier voordeed als vrouw had ik heus wel door.